Chemotherapie richt zich op het beschadigen van sneldelende cellen, zoals kankercellen. Ook de cellen die haren produceren, behoren tot deze groep, waardoor de haargroei wordt verstoord. Dit kan leiden tot haaruitval op het hoofd, maar ook op andere plekken zoals wimpers, wenkbrauwen, armen, benen, oksels en schaamstreek. De mate van haaruitval varieert: het haar kan dunner worden, gedeeltelijk uitvallen of binnen enkele dagen volledig verdwijnen. Dit hangt af van het type en de dosis chemotherapie en verschilt per persoon. Over het algemeen veroorzaakt chemotherapie via een infuus meer haaruitval dan chemotherapie in tabletvorm.

Haaruitval begint meestal 10 tot 17 dagen na de eerste chemobehandeling. U kunt haren vinden op uw kussen, kleding of in het doucheputje. Soms valt het haar gelijkmatig uit over het hele hoofd, maar het kan ook leiden tot kale plekken. Gelukkig is haaruitval door chemotherapie meestal tijdelijk; na enkele weken tot maanden begint het haar weer te groeien. Het nieuwe haar kan echter tijdelijk anders van kleur of textuur zijn. In zeldzame gevallen groeit het haar niet meer terug, om onbekende redenen. Patiënten dragen gemiddeld een jaar na de eerste chemotherapie een pruik of hoofdbedekking, afhankelijk van de duur van de chemotherapie en de groeisnelheid van het haar.

Chemotherapie kan de hoofdhuid droog en schilferig maken. Goede verzorging, zoals het insmeren van de hoofdhuid met een lotion of olie na het douchen, helpt tegen droogheid, jeuk en schilfers. Bescherm de hoofdhuid tegen kou en zonlicht, bijvoorbeeld door een muts of sjaal te dragen. Veel patiënten slapen 's nachts met een mutsje omdat een kaal hoofd koud kan zijn.

 

Invloed van haaruitval

Iedereen ervaart haaruitval anders. Voor sommigen is het nauwelijks een probleem, terwijl anderen het als zeer belastend ervaren. Hoe men haaruitval beleeft, hangt niet samen met leeftijd, geslacht of culturele achtergrond. Factoren zoals jonge kinderen of een baan waarin uiterlijk belangrijk is, kunnen wel invloed hebben op hoe men haaruitval ervaart. Het moment waarop het haarverlies begint, wordt door veel patiënten als confronterend ervaren, zelfs als zij zich hierop hadden voorbereid. Terwijl sommigen snel wennen aan hun kale hoofd, blijft dit voor anderen moeilijk.

Houd er rekening mee dat haaruitval uw uiterlijk ingrijpend verandert. Dit kan betekenen dat mensen u niet direct herkennen, vooral als u voorheen stevige wenkbrauwen had en deze zijn uitgevallen. U kunt ervoor kiezen om haaruitval te camoufleren, bijvoorbeeld met een pruik of hoofdbedekking. Dit kan ervoor zorgen dat de buitenwereld niet ziet dat u ziek bent. Aan de andere kant kan het tonen van kaalheid begrip en steun opleveren uit uw omgeving. Het belangrijkste is dat u doet waar u zich prettig bij voelt.

 

Haarpijn

Sommige patiënten ervaren kort voor de haaruitval begint haarpijn. Dit kan aanvoelen als kleine prikjes op de hoofdhuid of als een strakke paardenstaart die te lang is gedragen. Dit gevoel kan ook pijnlijk zijn bij aanraking, bijvoorbeeld met een kussen.

 

Haaruitval en dan?

Als uw haar uitvalt, zijn er meerdere opties om er mee om te gaan. U kunt ervoor kiezen om kaal te zijn en uw hoofd onbedekt te laten, of om een pruik of hoofdbedekking te dragen. De keuze hiervoor is persoonlijk. Laat u goed informeren en neem de tijd om te beslissen wat het beste bij u past.

Er zijn soorten chemotherapie die vrijwel altijd leiden tot volledige haaruitval, terwijl andere middelen minder haaruitval veroorzaken. Een inschatting van uw kans op ernstige haaruitval kunt u krijgen door een keuzehulp in te vullen.

 

Omgaan met reacties op kaalheid

Hoe u omgaat met reacties van de buitenwereld, hangt af van uw keuze om kaalheid te tonen of te verbergen. Patiënten die kaal naar buiten gaan, rapporteren weinig problemen in de omgang. Mensen die een pruik dragen, krijgen vaak positieve reacties, zoals complimenten over hoe mooi hun haar zit. Bij het dragen van een hoofdbedekking variëren de reacties meer.

Binnen de persoonlijke kring zijn de reacties gemengd. Sommige familieleden of vrienden willen de kaalheid niet zien, terwijl anderen er juist begripvol op reageren. Kinderen wennen vaak snel, maar het kan ook lastig voor hen zijn. Collega’s geven soms onverwacht positieve reacties. Onbekenden kunnen echter ongemakkelijke of onplezierige reacties geven.

Informeer uw naasten over uw mogelijke kaalheid en wees er open over. Bespreek bijvoorbeeld met kinderen of zij willen dat u een pruik of hoofdbedekking draagt bij bepaalde activiteiten. Dit kan helpen om beter om te gaan met de situatie.